Het Boek

2 Samuël 1:11-15 Het Boek (HTB)

11. David en zijn mannen scheurden hun kleren van verdriet toen zij dit hoorden.

12. Zij treurden, huilden en vastten de hele dag om Saul, zijn zoon Jonathan en de mannen van Israël die die dag waren gesneuveld.

13. Toen zei David tegen de jongeman die het nieuws had gebracht: ‘Waar komt u vandaan?’ En hij antwoordde: ‘Ik ben een Amalekiet.’

14. ‘Waarom hebt u niet geweigerd de koning te doden? Hij was immers een gezalfde van de Here!’ wilde David weten.

15. Direct daarop beval hij een van zijn jonge mannen: ‘Dood hem!’ Deze deed dat.