Het Boek

2 Kronieken 32:10-27 Het Boek (HTB)

10. ‘Koning Sanherib van Assyrië vraagt,’ zo begonnen de afgevaardigden, ‘of u denkt zijn belegering van Jeruzalem te kunnen doorstaan.

11. Hij zegt: koning Hizkia leidt u om de tuin en drijft u allen tot zelfmoord door u aan honger en dorst over te geven. Hij maakt u wijs dat de Here, uw God, u wel zal verlossen uit de macht van de koning van Assyrië!

12. Nu, dat kunt u wel vergeten! Herinnert u zich niet dat Hizkia alle tempels en altaren vernietigde en Jeruzalem en Juda het bevel gaf voortaan alleen het altaar in de tempel te gebruiken en alleen op dat altaar reukwerk te verbranden?

13. Weet u niet dat ik en de koningen die voor mij over Assyrië regeerden, nog nooit hebben gefaald wanneer wij een ander volk aanvielen? De goden van die landen waren niet in staat ook maar een poging te doen hun landen te redden.

14. Noem mij eens een gelegenheid waarbij een van hun goden, waar dan ook, ons met succes tegenstand bood! En zou uw God het dan wel kunnen?

15. Laat u niet door Hizkia misleiden. Geloof niet wat hij zegt. Ik zeg het nogmaals: geen god, van welk volk dan ook, is ooit in staat gebleken zijn volk te verlossen uit mijn macht of die van mijn voorouders en net zo min zal uw God u uit mijn macht kunnen redden.’

16. Op die manier bespotten de afgevaardigden de Here God en zijn dienaar Hizkia en uitten nog veel meer beledigingen.

17. Koning Sanherib liet het hier niet bij, maar stuurde ook brieven waarin hij de Here, de God van Israël, belachelijk maakte. ‘De goden van alle andere volken slaagden er niet in hun volken uit mijn handen te redden en ook de God van Hizkia zal dat niet lukken,’ schreef hij.

18. De boodschappers die de brieven brachten, riepen in het Hebreeuws dreigementen naar de mensen op de stadsmuren, in een poging hun moreel te ondermijnen.

19. Zij praatten over de God van Jeruzalem alsof Hij een van de heidense goden was, een door mensen gemaakte afgod!

20. Koning Hizkia en de profeet Jesaja, de zoon van Amoz, riepen toen in gebed tot God in de hemel.

21. En de Here stuurde een engel, die het Assyrische leger met al zijn officieren en bevelhebbers vernietigde. Overladen met schande keerde koning Sanherib daarop terug naar zijn land. En toen hij de tempel van zijn god binnenging, werd hij met een zwaard vermoord door enkele van zijn eigen zonen.

22. Zo bevrijdde de Here Hizkia en de inwoners van Jeruzalem uit de macht van de koning van Assyrië en alle andere vijanden. Van alle kanten omringde de Here hen met zijn zorg.

23. Vanaf dat moment genoot koning Hizkia een groot aanzien in de omringende landen en in Jeruzalem arriveerden vele giften voor de Here, vergezeld van kostbare geschenken voor koning Hizkia.

24. Na die gebeurtenissen werd Hizkia ongeneeslijk ziek. Hij bad tot de Here en God antwoordde met een wonder.

25. Hizkia reageerde echter niet dankbaar op de vriendelijkheid van anderen, want hij was trots geworden. Daarom werd God toornig op hem en op Juda en Jeruzalem.

26. Maar uiteindelijk vernederden Hizkia en de inwoners van Jeruzalem zich, zodat zij tijdens het leven van Hizkia niet werden getroffen door de toorn van de Here.

27. Hizkia werd rijk en stond overal hoog in aanzien. Hij moest speciale schatkamers laten bouwen voor zijn zilver, goud, waardevolle stenen, specerijen, schilden en kostbare voorwerpen.