Het Boek

2 Kronieken 25:17-28 Het Boek (HTB)

17. Koning Amazia van Juda pleegde overleg met zijn raadgevers en liet aan koning Joas van Israël, de zoon van Joahaz, de kleinzoon van Jehu, zeggen: ‘Kom, laten we elkaar ontmoeten en zien wie van ons de sterkste is.’

18. Koning Joas beantwoordde zijn uitdaging met een parabel: ‘In de bergen van de Libanon eiste een distel van een ceder: “Laat uw dochter trouwen met mijn zoon!” Op dat moment kwam een wild dier voorbij en trapte op de distel.

19. U bent natuurlijk erg trots op uw overwinning op Edom, maar ik raad u aan rustig thuis te blijven en geen ruzie met mij te zoeken. Wat hebt u eraan als u en heel Juda ten val komen?’

20. Maar Amazia wilde niet luisteren omdat God van plan was hem te vernietigen om zijn verering van de afgoden van Edom.

21. Toen trok ook Joas op en de legers ontmoetten elkaar bij Bet-Sémes in Juda.

22. Juda leed de nederlaag. Het hele leger vluchtte naar huis.

23. Koning Joas van Israël slaagde erin koning Amazia van Juda gevangen te nemen en hij bracht hem naar Jeruzalem. Daarna gaf koning Joas bevel dat honderd meter stadsmuur van Jeruzalem moest worden afgebroken. Het was het stuk tussen de Efraïmpoort en de Hoekpoort.

24. Al het goud en zilver en alle schalen uit de tempel die onder het beheer waren van Obed-Edom, en alle schatten in het paleis haalde hij weg en hij nam gijzelaars mee terug naar Samaria.

25. Koning Amazia van Juda leefde nog vijftien jaar na de dood van koning Joas van Israël.

26. De volledige levensbeschrijving van koning Amazia is te vinden in het Boek van de Koningen van Juda en Israël.

27. Vanaf de tijd dat Amazia God de rug toekeerde, probeerden zijn onderdanen in Jeruzalem voortdurend een complot tegen hem te smeden. Ten slotte moest hij naar Lachis vluchten, maar zij gingen hem achterna en doodden hem daar.

28. Met paarden brachten zij hem terug naar Jeruzalem en begroeven hem op de koninklijke begraafplaats.