Het Boek

2 Kronieken 22:1-8 Het Boek (HTB)

1. De inwoners van Jeruzalem kozen toen Ahazia, zijn jongste zoon, als nieuwe koning. Dat kon ook nauwelijks anders, want zijn oudere broers waren door de plunderende Arabieren gedood.

2. Ahazia was tweeëntwintig jaar toen hij de troon besteeg en regeerde één jaar vanuit Jeruzalem. Zijn moeder heette Athalia en was een kleindochter van Omri.

3. Ook hij bewandelde de goddeloze wegen van Achab, want zijn moeder zette hem aan tot slechte daden.

4. Hij was net zo goddeloos als Achab, want na de dood van zijn vader liet zich leiden door Achabs familie en die mensen leidden hem naar de ondergang.

5. Ahazia volgde hun goddeloze advies op en sloot een bondgenootschap met koning Joram van Israël, een zoon van Achab. Joram was op dat moment in oorlog met koning Hazaël van Syrië. De strijd vond plaats bij Ramot in Gilead en Ahazia leidde zijn leger daar naartoe om deel te nemen aan de strijd. Koning Joram van Israël raakte gewond

6. en keerde terug naar Jizreël om te genezen. Daarop ging Ahazia bij hem op ziekenbezoek.

7. Door dit bezoek bracht God echter Ahazia's ondergang nabij. Tijdens het bezoek ging Ahazia met Joram naar buiten om Jehu, de zoon van Nimsi, te ontmoeten. Deze Jehu was door de Here aangewezen om een einde te maken aan de familie van Achab.

8. Terwijl Jehu de familieleden en vrienden van Achab opspoorde en doodde, ontmoette hij de neven van koning Ahazia en de leiders van Juda en doodde ook hen.