Het Boek

2 Kronieken 1:2-3-10 Het Boek (HTB)

2-3. Hij riep alle legerofficieren, rechters, politieke en godsdienstige leiders naar Gibeon. Daar aangekomen leidde hij hen de heuvel op naar de oude tabernakel die Mozes, de dienaar van de Here, in de woestijn had gebouwd.

4. In Jeruzalem bevond zich een nieuwe tabernakel, die koning David bouwde voor de ark toen hij deze uit Kirjat-Jearim had gehaald.

5-6. Het koperen altaar dat Besaleël (de zoon van Uri en kleinzoon van Hur) had gemaakt, stond nog steeds voor de oude tabernakel. Op die plaats verzamelden Salomo en al de mannen die hij had uitgenodigd zich en hij bracht daar brandoffers aan de Here.

7. Die nacht kwam de Here bij Salomo en zei: ‘Vraag Mij wat u maar wilt en Ik zal het u geven.’

8. Salomo antwoordde: ‘O God, U bent goed geweest voor mijn vader David en U hebt mij nu het koningschap gegeven.

9. Ik heb al meer dan genoeg, want U bent uw belofte aan mijn vader David nagekomen en hebt mij koning gemaakt van een volk dat zo talrijk is als het stof van de aarde.

10. Geef mij daarom wijsheid en inzicht, zodat ik dit volk goed kan regeren. Wie zou immers helemaal op eigen kracht een volk kunnen besturen dat zo groot is als dit volk van U?’