Het Boek

2 Kronieken 1:1-7 Het Boek (HTB)

1. Koning Davids zoon Salomo was nu de onbetwiste leider van Israël, want de Here, zijn God, was met hem en had hem tot een machtig heerser gemaakt.

2-3. Hij riep alle legerofficieren, rechters, politieke en godsdienstige leiders naar Gibeon. Daar aangekomen leidde hij hen de heuvel op naar de oude tabernakel die Mozes, de dienaar van de Here, in de woestijn had gebouwd.

4. In Jeruzalem bevond zich een nieuwe tabernakel, die koning David bouwde voor de ark toen hij deze uit Kirjat-Jearim had gehaald.

5-6. Het koperen altaar dat Besaleël (de zoon van Uri en kleinzoon van Hur) had gemaakt, stond nog steeds voor de oude tabernakel. Op die plaats verzamelden Salomo en al de mannen die hij had uitgenodigd zich en hij bracht daar brandoffers aan de Here.

7. Die nacht kwam de Here bij Salomo en zei: ‘Vraag Mij wat u maar wilt en Ik zal het u geven.’