Het Boek

2 Korinthiërs 8:2-16 Het Boek (HTB)

2. Hoe meer zij door zware moeilijkheden op de proef werden gesteld, hoe groter ook hun blijdschap werd. Hoewel zij zelf in armoede verkeerden, hebben zij heel veel voor anderen gedaan.

3. Zij gaven meer weg dan ze konden missen. En ik kan getuigen dat ze het niet deden omdat wij het vroegen, maar omdat zij het zelf wilden.

4. Zij drongen er bij ons op aan het geld mee te nemen, want zij vonden het een voorrecht de gelovigen in Jeruzalem te kunnen helpen.

5. Wat zij deden, ging onze verwachtingen ver te boven. Zij gaven zichzelf, eerst aan de Here en, omdat God het wilde, ook aan ons.

6. Daarom vroegen wij Titus, die bij u al begonnen was uw liefdevolle gaven te verzamelen, dit werk ook af te maken.

7. In alle opzichten bent u een voorbeeld, in geloof, in spreken en kennis, in enthousiasme en liefde voor ons. Blink dan ook uit in vrijgevigheid!

8. Dit is niet bedoeld als een bevel, ik zeg niet dat u het móet doen. Ik vertel u alleen hoe anderen gul hebben bijgedragen. Zo kunt ook u bewijzen dat uw liefde echt is, door het niet bij woorden alleen te laten.

9. U hebt toch de genade van onze Here Jezus Christus leren kennen? Hoewel Hij heel rijk was, werd Hij arm ter wille van u, opdat Hij door arm te zijn u rijk zou maken.

10. Ik denk dat het goed voor u is nu te voltooien waarmee u een jaar geleden bent begonnen, want u bent er niet alleen mee begonnen, maar hebt het ook in daden omgezet.

11. Destijds toonde u de bereidheid om te helpen. U kunt dat nu in daden omzetten. Laat het enthousiasme niet verminderen en geef wat u hebt.

12. Als u het verlangen hebt om te geven, is het niet belangrijk hoeveel u geeft. God vraagt om wat wij hebben en niet om wat wij niet hebben.

13. Ik bedoel natuurlijk niet dat u anderen zo moet helpen dat u daardoor zelf gebrek gaat lijden. Nee, het is een kwestie van eerlijk delen.

14. Op het ogenblik hebt u meer dan genoeg en kunt u hen uit de nood helpen. Later kunnen zij u eventueel helpen, als het nodig is. Waar het om gaat, is een rechtvaardige verdeling.

15. In de Boeken staat hierover: ‘Wie veel had verzameld, hield niets over, en wie weinig had verzameld, kwam niets tekort.’

16. Ik ben God dankbaar dat Titus zich net zo voor u inspant als ik.