Het Boek

2 Korinthiërs 5:1-10 Het Boek (HTB)

1. Wij weten dat als ons lichaam sterft, wij een nieuw huis in de hemel krijgen, waar wij altijd mogen wonen. Dat is een huis door God gemaakt en niet door mensen.

2. Wij ervaren nu nog wel allerlei moeilijkheden, maar kijken met verlangen uit naar de dag dat wij een hemels lichaam krijgen en dat zullen aantrekken zoals je nieuwe kleren aantrekt.

3. Wanneer we ons aardse lichaam hebben afgelegd, zullen wij niet geheel zonder lichaam zijn.

4. In ons aardse lichaam hebben wij het vaak moeilijk, maar wij zouden het vreselijk vinden om geen lichaam meer te hebben. Wij willen vanuit ons oude lichaam in ons nieuwe lichaam overgaan, zodat het sterfelijke door het leven wordt opgeslokt.

5. Daarvoor heeft God ons juist gemaakt en als onderpand heeft Hij ons de Heilige Geest gegeven.

6. Wij houden dus moed en beseffen heel goed dat wij nog ver van ons hemelse huis verwijderd zijn, zolang we in ons lichaam leven.

7. Door het geloof en niet door het zien, weten wij dat dit waar is.

8. Daarom zijn wij ook niet bang om te sterven; integendeel, wij zien ernaar uit om naar huis te gaan, naar de Here.

9. Daarom is ons hoogste doel: doen wat Hij wil, of we nu in dit lichaam of thuis bij de Here zijn.

10. Want wij zullen allemaal eens voor Christus rekenschap moeten afleggen. Dan wordt alles blootgelegd. Ieder van ons zal krijgen wat hem toekomt, voor wat hij in zijn aardse lichaam heeft gedaan, goed of kwaad.