Het Boek

1 Timotheüs 6:1-7 Het Boek (HTB)

1. Gelovige slaven moeten hard werken voor hun eigenaars en respect voor hen hebben, anders zouden de naam van God en de leer schade kunnen lijden.

2. Als de slaveneigenaar een christen is, mag dat voor de slaven geen excuus zijn om het wat kalmer aan te doen. Nee, zij moeten eerder nog meer hun best doen, omdat een broeder in het geloof door hun inspanningen wordt geholpen. Prent de mensen deze waarheden in, Timotheüs, en moedig iedereen aan ernaar te leven.

3. Misschien gaan sommigen er tegen in, maar vergeet niet dat dit het zuivere, gezonde onderwijs van onze Here Jezus Christus is, het is het fundament voor een leven dat Gods goedkeuring heeft.

4. Wie iets anders beweert, is verwaand en dom, die heeft de ziekelijke neiging te willen bekvechten over de betekenis van de woorden van Christus. De gevolgen daarvan zijn jaloezie en ruzie, beledigingen en verdachtmakingen.

5. Deze ruziezoekers hebben een zieke geest, zij weten niet meer wat de waarheid is. Voor hen is het goede nieuws alleen maar een middel om geld te verdienen.

6. Het leven met God brengt veel op. Zeker als je ook tevreden bent met wat je hebt.

7. Per slot van rekening hebben wij bij onze geboorte niets meegebracht, en als wij sterven, zullen wij ook niets kunnen meenemen.