Het Boek

1 Samuël 19:12-24 Het Boek (HTB)

12. Zij hielp hem door een raam ontvluchten.

13. Daarna pakte zij het beeld van de huisgod, legde dat in zijn bed, trok er dekens overheen en legde het hoofd op een kussen van geitenhaar.

14. Toen de mannen kwamen om David gevangen te nemen, vertelde zij hun dat hij ziek was en niet uit bed mocht.

15. Saul beval hem dan maar met bed en al bij hem te brengen, zodat hij hem kon doden.

16. Maar toen zij terugkwamen om hem op te halen, kwamen zij er achter dat in het bed een beeld lag!

17. ‘Waarom heb je mij bedrogen en liet je mijn vijand ontsnappen?’ wilde de woedende Saul van zijn dochter weten. ‘Ik moest wel,’ antwoordde Michal. ‘Hij dreigde mij te doden als ik hem niet zou helpen.’

18. Zo wist David te ontvluchten. Hij ging naar Rama om Samuël op te zoeken en vertelde hem wat Saul had gedaan. Samuël nam David toen mee naar Najoth waar zij enige tijd bleven.

19. Toen aan Saul werd gerapporteerd dat David in Najoth was,

20. stuurde hij soldaten om hem te arresteren. Maar toen zij daar aankwamen en zagen hoe Samuël en enige andere profeten profeteerden, kwam de Geest van God over hen en begonnen ook zij te profeteren.

21. Toen Saul dat hoorde, stuurde hij opnieuw soldaten maar ook die begonnen te profeteren! Datzelfde overkwam een derde groep soldaten!

22. Daarop ging Saul zelf naar Rama en kwam bij de bron in Sechu. ‘Waar zijn Samuël en David?’ wilde hij weten. Iemand vertelde hem dat die in Najoth waren.

23. Maar onderweg naar Najoth kwam de Geest van God over Saul en ook hij begon te profeteren!

24. Hij deed zijn kleren uit en lag een dag en een nacht naakt op de grond, profeterend met Samuëls profeten. De mensen konden hun ogen nauwelijks geloven! ‘Wat!’ riepen zij. ‘Is Saul ook een profeet geworden?’