Het Boek

1 Samuël 16:10-11-19 Het Boek (HTB)

10-11. Zeven zonen stelden zich aan Samuël voor maar de Here had geen van hen uitgekozen. Samuel vroeg aan Isaï: ‘Heb ik nu al uw zonen gezien?’ ‘Nee, mijn jongste zoon is niet hier. Hij is bij de schapen in het veld,’ vertelde Isaï hem. ‘Laat hem meteen halen,’ beval Samuël, ‘want wij gaan pas eten wanneer hij hier is.’

12. Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rood haar en vriendelijke ogen. De Here zei: ‘Dit is degene die Ik bedoel, sta op en zalf hem.’

13. En terwijl David daar tussen zijn broers stond, pakte Samuël de olie die hij had meegebracht en goot die over Davids hoofd. Op dat moment kwam de Geest van de Here over David en vervulde hem vanaf die dag. Samuël keerde hierna terug naar Rama.

14. Maar de Geest van de Here had Saul verlaten en in plaats daarvan stuurde de Here hem een boze geest, die hem depressief en angstig maakte.

15. Enkele dienaren stelden hem voor dat hij iets moest doen om daarvan te genezen.

16. ‘Wij zullen een goede harpspeler zoeken, die kan dan voor u spelen, telkens als u last hebt van die martelende geest,’ zeiden zij. ‘De harpmuziek zal u kalmeren en u er snel weer bovenop brengen.’

17. ‘Goed,’ zei Saul, ‘zoek maar een goede harpspeler.’

18. Een van zijn dienaren zei: ‘Ik ken een jongen in Bethlehem, de zoon van een zekere Isaï, die niet alleen goed de harp bespeelt, maar ook moedig, sterk en knap is. Bovendien heeft hij een goed en betrouwbaar oordeel. En wat nog belangrijker is,’ voegde hij eraan toe, ‘de Here is met hem.’

19. Dus stuurde Saul boodschappers naar Isaï met de vraag of hij zijn zoon David, de schaapherder, naar hem toe wilde sturen.