Het Boek

1 Samuël 1:20-28 Het Boek (HTB)

20. Hanna werd zwanger en bracht na verloop van tijd een zoon ter wereld. Zij noemde hem Samuël, ‘Want ik heb de Here om dit kind gevraagd,’ zo legde ze uit.

21-22. Het volgende jaar ging Elkana alleen met Peninna en haar kinderen naar de tabernakel in Silo. Hanna bleef thuis en zei tegen Elkana: ‘Als de baby geen borstvoeding meer nodig heeft, neem ik hem mee naar de tabernakel. Dan zal hij voor de Here verschijnen en daar voorgoed blijven.’

23. ‘Doe maar wat jij goed vindt,’ zei Elkana. ‘Moge de wil van de Here worden gedaan.’ Zij bleef dus thuis tot het kind geen borstvoeding meer nodig had.

24. Toen nam zij de jongen—ondanks het feit dat hij nog erg klein was—mee naar de tabernakel van de Here in Silo. Als offer nam zij een driejarige stier, ruim twintig liter meel en wat wijn mee.

25. Nadat zij de stier had geofferd, ging zij met het kind naar Eli.

26. ‘Herinnert u zich mij nog?’ vroeg Hanna hem. ‘Ik ben de vrouw die hier destijds stond te bidden tot de Here!

27. Om dit kind heb ik toen gebeden en de Here heeft mijn gebed verhoord.

28. Daarom geef ik hem nu voor zijn hele leven aan de Here.’ En ze liet het kind daar achter voor de Here.