Het Boek

1 Samuël 1:1-4 Het Boek (HTB)

1. In Rama, in de streek Suf, in het gebergte van Efraïm, woonde Elkana. Hij was de zoon van Jeroham, zijn grootvader heette Elihu en zijn overgrootvader Tochu. Tochu stamde af van Suf en behoorde tot de stam Efraïm.

2. Elkana had twee vrouwen, Hanna en Peninna. Peninna had kinderen, maar Hanna was tot nog toe kinderloos gebleven.

3. Elk jaar reisde Elkana met zijn gezin naar de tabernakel in Silo om de Here te aanbidden en offers te brengen. De dienstdoende priesters daar waren Hofni en Pinechas, de zonen van Eli.

4. Op de dag dat hij zijn offer bracht, gaf Elkana daarvan enkele delen aan Peninna en haar kinderen.