Het Boek

1 Kronieken 6:48-70 Het Boek (HTB)

48. Hun familieleden, alle andere Levieten, waren belast met allerlei andere taken in de tabernakel.

49. Maar alleen Aäron en zijn nakomelingen waren priesters. Tot hun taken behoorde het offeren van brandoffers en reukwerk, alle werkzaamheden die te maken hadden met het binnenste heiligdom, het Heilige der Heiligen, voor de verzoening van Israël met de Here. Zij zorgden ervoor dat alle aanwijzingen die Gods dienaar Mozes had gegeven, werden opgevolgd.

50-53. De nakomelingen van Aäron waren Eleazar, Pinechas, Abisua, Bukki, Uzzi, Zerahja, Merajoth, Amarja, Ahitub, Zadok en Ahimaäz.

54. Door middel van het lot werden aan de nakomelingen van Aäron die deel uitmaakten van de familie van Kehat,

55. de vrijstad Hebron in Juda met de weidegronden er omheen toegewezen.

56-57. Maar de velden en omringende dorpen werden aan Kaleb, de zoon van Jefunne, gegeven.

58-59. De nakomelingen van Aäron kregen ook de volgende steden met weidegronden er omheen: Libna, Jattir, Estemoa, Hilen, Debir, Asan en Bet-Semes.

60. Dertien andere steden met het omringende grasland, inclusief Geba, Alemeth en Anathoth, werden door de stam van Benjamin aan de priesters toegewezen.

61. Daarna werd er geloot om de verdeling van het land van de overgebleven nakomelingen van de familie van Kehat te regelen en zij kregen tien steden in het gebied van de stam van Manasse.

62. De gezinnen van de familie van Gersom kregen door middel van het lot dertien steden in het gebied van Basan van de stammen Issachar, Aser, Naftali en Manasse.

63. De gezinnen van de Merari-familie kregen op diezelfde manier twaalf steden van de stammen Ruben, Gad en Zebulon.

64-65. Ook de stammen Juda, Simeon en Benjamin stelden op deze manier door middel van het lot steden beschikbaar aan de Levieten. De namen van deze steden werden daarbij hardop genoemd.

66-69. De stam van Efraïm gaf de volgende vrijsteden met het omringende grasland aan de overgebleven gezinnen van de Kehat-familie: Sichem, de vrijstad in het gebergte Efraïm, Gezer, Jokmeam, Bet-Horon, Ajalon en Gath-Rimmon.

70. De volgende vrijsteden met het omringende grasland kwamen in handen van de gezinnen van de Kehatieten uit het bezit van de stam van Manasse: Aner en Bileam.