Het Boek

1 Kronieken 4:1-9 Het Boek (HTB)

1. Dit zijn de zonen van Juda: Peres, Hezron, Karmi, Hur en Sobal.

2. Sobals zoon Reaja was de vader van Jahath, die Ahumai en Lahad als zonen had. Deze stonden bekend als de Zorathieten.

3-4. De zoon van Hur, de oudste zoon van Efrata, die de vader van Bethlehem was, had de volgende nakomelingen: Etam, Jizreël, Jisma, Jidbas, Hazlelponi (een dochter), Pnuël, de vader van Gedor, en Ezer, de vader van Husa.

5. Ashur, de vader van Tekoa, had twee vrouwen: Hela en Naära.

6. Naära bracht Ahuzzam, Chefer, Temeni en Ahastari ter wereld.

7. Hela kreeg Zereth, Jezohar en Ethnan.

8. Koz was de vader van Anub en Hazobeba en tevens de voorvader van de familie die werd genoemd naar Aharhel, de zoon van Harum.

9. Jabez genoot het meeste aanzien van zijn broers. Zijn moeder noemde hem Jabez omdat de bevalling zo moeilijk verliep.