Het Boek

1 Kronieken 2:41-55 Het Boek (HTB)

41. Sallums zoon was Jekamja en Jekamja's zoon was Elisama.

42. De oudste zoon van Kaleb, Jerachmeëls broer, was Mesa, hij was de vader van Zif, die op zijn beurt de vader van Maresa was. Deze Maresa was de vader van Hebron.

43. De zonen van Hebron waren Korach, Tappuah, Rekem en Sema.

44. Sema was de vader van Raham, die op zijn beurt de vader van Jorkeam was. Rekem was de vader van Sammai.

45. Sammai's zoon was Maon, de vader van Bet-Zur.

46. Kalebs bijvrouw Efa bracht Haran, Moza en Gazez ter wereld. Haran had een zoon, die eveneens Gazez heette.

47. De zonen van Johdai waren Regem, Jotham, Gesan, Pelet, Efa en Saäf.

48-49. Een andere bijvrouw van Kaleb, Maächa, bracht de volgende zonen ter wereld: Seber, Tirhana, Saäf, de vader van Madmanna, en Seva, de vader van Machbena en Gibea. Kaleb had ook een dochter, die Achsa heette.

50. De zonen van Hur, de oudste zoon van Kaleb en Efrata, waren: Sobal, de vader van Kirjat-Jearim,

51. Salma, de vader van Bethlehem, en Haref, de vader van Bet-Gader.

52. Sobal, de vader van Kirjat-Jearim, had een zoon, Haroë genaamd, de voorvader van de halve stam van Menuchoth.

53. De families van Kirjat-Jearim waren: de Jethrieten, de Puthieten, de Sumathieten en de Misraïeten, van wie de Zorathieten en de Esthaolieten afstammen.

54. De nakomelingen van Salma waren de familie van Bethlehem, de Netofathieten, de inwoners van Atroth-Bet-Joab, de helft van de Manathieten en de Zorieten,

55. hiertoe behoorden ook de families van de schrijvers die in Jabez woonden: de Tirathieten, de Simeathieten en de Suchathieten. Al deze mensen behoren tot de Kenieten, die afstamden van Hamath, de stamvader van het huis Rechab.