Het Boek

1 Kronieken 2:30-42 Het Boek (HTB)

30. Nadabs zonen waren Seled en Appaïm. Seled stierf kinderloos,

31. maar Appaïm had een zoon, Jiseï genaamd. Jiseï's zoon heette Sesan en Sesans zoon was Achlai.

32. Sammai's broer Jada had twee zonen, Jether en Jonathan. Jether stierf kinderloos,

33. maar Jonathan had twee zonen, Pelet en Zaza.

34. Sesan had geen zonen, maar wel enkele dochters. Eén van zijn dochters huwelijkte hij uit aan zijn Egyptische dienaar Jarha.

35. Zij kregen een zoon, die zij Attai noemden.

36. Attai's zoon was Nathan, Nathans zoon was Zabad,

37. Zabads zoon was Eflal, Eflals zoon was Obed,

38. Obeds zoon was Jehu, Jehu's zoon was Azarja,

39. Azarja's zoon was Helez, Helez' zoon was Elasa,

40. Elasa's zoon was Sismai, Sismai's zoon was Sallum,

41. Sallums zoon was Jekamja en Jekamja's zoon was Elisama.

42. De oudste zoon van Kaleb, Jerachmeëls broer, was Mesa, hij was de vader van Zif, die op zijn beurt de vader van Maresa was. Deze Maresa was de vader van Hebron.