Het Boek

1 Kronieken 16:5-14 Het Boek (HTB)

5. Asaf, die de leiding had, bespeelde de cymbalen. Zijn helpers waren Zecharja, Jeïël, Semiramot, Jehiël, Mattithja, Eliab, Benaja, Obed-Edom en Jeïël. Zij speelden op de harpen en de citers.

6. De priesters Benaja en Jahaziël hadden de taak regelmatig voor de ark op hun trompetten te blazen.

7. In die tijd stelde David de traditie in van koren die in het heiligdom dankliederen zongen voor de Here. Asaf was de dirigent van dit priesterkoor. Het danklied dat David hun op die dag liet zingen, ging als volgt:

8. ‘Loof de Here, bid tot Hem. Verkondig de volken van de wereld zijn machtige daden.

9. Zing Hem toe, prijs Hem met gezang en maak zijn wonderbaarlijke daden bekend.

10. Wees blij om zijn heilige naam en laat wie Hem zoekt, verheugd zijn.

11. Zoek de Here, ja, zoek zijn kracht. Zoek onvermoeid zijn tegenwoordigheid.

12-13. O, nakomelingen van zijn dienaar Israël, uitverkoren zonen van Jakob, gedenk de machtige wonderen die Hij deed en de oordelen die Hij heeft uitgesproken.

14. Hij, de Here, is onze God. Zijn besluiten gelden over de hele aarde.