Het Boek

1 Kronieken 15:14-28 Het Boek (HTB)

14. Zo onderwierpen de priesters en de Levieten zich aan de reinigingsceremonieën, als voorbereiding op het terugbrengen van de ark van de Here, de God van Israël.

15. Daarna namen de Levieten de ark met behulp van de draagstokken op hun schouders, precies zoals Mozes het in opdracht van de Here had voorgeschreven.

16. Koning David gaf de leiders van de Levieten tevens opdracht de zangers te voorzien van muziekinstrumenten en zij zongen en speelden luid en vrolijk op harpen, citers en cymbalen.

17. Heman, de zoon van Joël, Asaf, de zoon van Berechja, en Ethan, de zoon van Kusaja, uit de familie van Merari, werden door de Levieten aangewezen voor de muzikale leiding.

18-19. De volgende mannen werden gekozen als hun helpers: Zecharja, Ben-Jaäziël, Semiramot, Jehiël, Unni, Eliab, Benaja, Maäseja, Mattithja, Elifele, Mikneja, Obed-Edom en Jeiël, de poortwachters. De koorleiders Heman, Asaf en Ethan bespeelden tevens de koperen cymbalen en

20. Zecharja, Aziël, Semiramot, Jehiël, Unni, Eliab, Maäseja en Benaja zongen samen, begeleid door hooggestemde harpen.

21. Mattithja, Elifele, Mikneja, Obed-Edom, Jeiël en Azazja bespeelden de citers die acht tonen lager waren gestemd.

22. Dirigent was Kenanja, het hoofd van de Levieten, die was gevraagd wegens zijn grote ervaring.

23. Berechja en Elkana fungeerden als wachters bij de ark.

24. Sebanja, Josafat, Netanel, Amasai, Zecharja, Benaja en Eliëzer—allemaal priesters—liepen vooraan in de stoet en bespeelden trompetten. Ook Obed-Edom en Jehia bewaakten de ark.

25. David, de leiders van Israël en de hoge officieren gingen toen blij gestemd naar het huis van Obed-Edom om de ark naar Jeruzalem te brengen.

26. En omdat de Here de Levieten hielp de ark veilig naar zijn plek te dragen, offerden zij zeven stieren en zeven lammeren.

27. David, de Levieten die de ark droegen, de koorleiders en de dirigent Kenanja waren allen gekleed in linnen gewaden. David droeg bovendien nog een linnen lijfrok.

28. Zo brachten de leiders van Israël de ark onder gejuich naar Jeruzalem, onder begeleiding van het schallen van bazuinen en trompetten, het rinkelen van cymbalen en met muziek van harp en citer.