Het Boek

1 Kronieken 10:1-7 Het Boek (HTB)

1. De Filistijnen vielen de Israëlitische troepen aan en behaalden een overwinning. De Israëlieten sloegen op de vlucht en velen sneuvelden op de hellingen van de berg Gilbóa.

2. Saul en zijn drie zonen Jonathan, Abinadab en Malkisua werden in het nauw gedreven en de drie zonen werden gedood.

3-4. Saul was al enige malen aan een benarde situatie ontkomen, toen de Filistijnse boogschutters hem opnieuw in het nauw dreven. Hij werd nu doodsbang en riep naar zijn lijfwacht: ‘Snel, dood mij met je zwaard, voordat deze onbesneden heidenen mij gevangennemen en wraak op mij nemen.’ Maar de wapendrager durfde dat niet. Daarop nam Saul zijn eigen zwaard en liet zich erin vallen.

5. Toen zijn lijfwacht zag dat hij dood was, liet ook hij zich in zijn zwaard vallen.

6. Zo stierven Saul en zijn drie zonen, het hele gezin kwam op één dag om het leven.

7. Toen de Israëlieten beneden in het dal hoorden dat Saul en zijn zonen waren omgekomen en dat het leger was gevlucht, verlieten zij hun steden in een overhaaste vlucht. De Filistijnen maakten daarvan dankbaar gebruik en vestigden zich daar.