10. Maar, broeders en zusters, in de naam van de Here Jezus Christus smeek ik u eensgezind te zijn. Maak het met elkaar in orde, zodat u weer een van hart en ziel bent.
11. Ik heb namelijk van de huisgenoten van Chloë gehoord dat u het niet met elkaar kunt vinden.
12. De een zegt: ‘Ik hoor bij Paulus.’ De ander: ‘Ik bij Apollos.’ Weer een ander: ‘Maar ik bij Petrus.’ Sommigen zeggen zelfs: ‘Wij zijn de echte volgelingen van Jezus Christus!’
13. Is Christus dan in stukken verdeeld? Ben ík soms voor u aan het kruis gestorven of bent u in mijn naam gedoopt?
14. Ik ben dankbaar dat ik niemand van u gedoopt heb, behalve Crispus en Gajus.
15. Nu kan dus niemand zeggen dat hij in mijn naam gedoopt is en bij mij hoort.