Het Boek

1 Koningen 7:27-30-48 Het Boek (HTB)

27-30. Daarna maakte hij tien koperen onderstellen met vier wielen, elk 1,8 meter in het vierkant en 1,35 meter hoog. Deze onderstellen waren gekoppeld aan vierkante dwarsplaten. De dwarsplaten waren versierd met figuren van leeuwen, ossen en engelen. Boven en onder de leeuwen en ossen bevonden zich versieringen in de vorm van kransen. Elk van de verplaatsbare onderstellen had vier koperen wielen en koperen assen en op elke hoek van de onderstellen waren koperen handvatten bevestigd, die ook weer met kransmotieven waren versierd.

31. De bovenkant van elk onderstel bestond uit een ronde plaat van 45 centimeter hoog. Het midden van het onderstel was schaalvormig en 67,5 centimeter diep, aan de buitenkant weer versierd met kransmotieven. De sluitplaten waren vierkant, niet rond.

32. De onderstellen reden op vier wielen, verbonden met assen die een geheel vormden met de onderstellen. De wielen waren 67,5 centimeter hoog

33. en leken veel op de wielen van een strijdwagen. Alle delen van de onderstellen waren gemaakt van gegoten koper, ook de assen, spaken, velgen en naven.

34. Aan alle vier de hoeken van de onderstellen zaten handvatten die ook één geheel vormden met het onderstel.

35. De bovenkant van elk onderstel werd omgeven door een rand van 22,5 centimeter hoog, waaraan handvatten zaten.

36. Op de handvatten waren overal waar maar enige ruimte was engelen, leeuwen en palmbomen gegraveerd, omringd door slingers.

37. Alle tien onderstellen waren even groot en leken precies op elkaar, want zij bestonden uit hetzelfde gietsel.

38. Daarna maakte hij tien koperen wasvaten en zette die op de onderstellen. Zij hadden een doorsnee van 1,8 meter en konden achthonderdtachtig liter water bevatten.

39. Vijf van deze wasvaten werden aan de rechterkant van het vertrek geplaatst. De andere vijf stonden aan de linkerkant. Het grote koperen vat stond in de zuidoostelijke hoek, aan de rechterkant van het vertrek.

40. Hiram maakte ook de potten, scheppen en offerschalen en beëindigde zo het werk in de tempel van de Here, dat koning Salomo hem had opgedragen.

41-46. Hier volgt een lijst van de voorwerpen die hij maakte: twee pilaren, kapitelen voor op de pilaren, het vlechtwerk dat de kapitelen van elke pilaar bedekte, vierhonderd granaatappels in twee rijen op het vlechtwerk, dat de onderkant van de kapitelen moest bedekken, tien verplaatsbare onderstellen met daarop tien wasvaten, een groot vat en twaalf ossen die dat vat ondersteunden, potten, scheppen en offerschalen. Al deze voorwerpen waren gemaakt van gepolijst koper en werden gegoten op de vlakten bij de Jordaan, tussen Sukkot en Zarathan.

47. Het totale gewicht van al deze voorwerpen was niet bekend, omdat ze eenvoudig te zwaar waren om te kunnen wegen!

48. Alle gebruiksvoorwerpen voor de tempel waren gemaakt van puur goud. Dat gold ook voor het altaar, de tafel waarop de toonbroden lagen,