Het Boek

1 Koningen 7:1-9 Het Boek (HTB)

1. Toen bouwde Salomo zijn eigen paleis, waar hij dertien jaar over deed.

2. Het paleis kreeg de naam ‘Woud van Libanon.’ Het was 45 meter lang, 22,5 meter breed en 13,5 meter hoog. De grote cederhouten dakbalken rustten op vier rijen van cederhouten pilaren.

3-4. Het paleis telde vijfenveertig kamers die in drie verdiepingen van vijftien kamers op de pilaren waren gebouwd. Elke kamer had een raam en recht boven het raam van de kamers op de laagste verdieping waren die van de kamers op de tweede en derde verdieping.

5. Bovendien lagen de ramen van deze kamers aan de ene kant van de zaal recht tegenover die van de kamers aan de andere kant, ook in drie verdiepingen.

6. Een ander deel van het paleis werd de ‘Zaal van de pilaren’ genoemd. Het was 22,5 meter lang en 13,5 meter breed. Aan de voorkant was een portaal met daarboven een door pilaren ondersteunde luifel.

7. Er was eveneens een troonzaal of rechtzaal, waar Salomo rechtsprak. De vloer van deze zaal was geheel betimmerd met cederhout.

8. Aan de rechtzaal vast en vergelijkbaar in bouw lagen de persoonlijke vertrekken van Salomo. Hij ontwierp soortgelijke verblijven van dezelfde afmetingen in het paleis dat hij bouwde voor de dochter van de farao, met wie hij getrouwd was.

9. Al deze gebouwen waren van fundament tot dak, van binnen en buiten en van voren naar achteren, helemaal opgetrokken uit grote en kostbare stenen die op maat waren gehouwen.