Het Boek

1 Koningen 22:36-37-42 Het Boek (HTB)

36-37. Toen de zon daalde, werd er overal geroepen: ‘De strijd is voorbij, ga terug naar huis. De koning is dood.’ Zijn lichaam werd meegenomen naar Samaria en daar begraven.

38. Toen zijn strijdwagen bij de vijver in Samaria werd afgewassen, op dezelfde plek waar ook de prostituees zich wasten, kwamen de honden erop af en likten het bloed van de koning op, precies zoals de Here had gezegd.

39. De rest van Achabs geschiedenis—ook het verhaal over het ivoren paleis en al de steden die hij bouwde—staat beschreven in de Kronieken van de koningen van Israël.

40. Zo werd Achab bij zijn voorouders begraven en volgde zijn zoon Ahazia hem op als koning van Israël.

41. Josafat, de zoon van Asa, werd koning over Juda in het vierde regeringsjaar van koning Achab van Israël.

42. Josafat was vijfendertig jaar toen hij de troon besteeg en regeerde vijfentwintig jaar vanuit Jeruzalem. Zijn moeder was Azuba, een dochter van Silhi.