Het Boek

1 Koningen 15:1-2-9 Het Boek (HTB)

1-2. Abiam begon zijn drie jaar durende regeringsperiode als koning van Juda in Jeruzalem, tijdens het achttiende regeringsjaar van Jerobeam in Israël. Abiams moeder heette Maächa en zij was een kleindochter van Abisalom.

3. Hij was net zo'n grote zondaar als zijn vader en zijn hart was niet aan God toegewijd, zoals bij David wel het geval was.

4. Maar ondanks Abiams zonden maakte de Here, wegens zijn liefde voor David, geen einde aan de lijn van Davids koninklijke nakomelingen.

5. Want David had de Here zijn hele leven gehoorzaamd, behalve in de kwestie van de Hethiet Uria.

6. De oorlog die destijds tussen Rehabeam en Jerobeam ontstond, bleef ook tijdens Abiams leven doorwoeden.

7. De rest van de geschiedenis van Abiam is beschreven in de Kronieken van de koningen van Juda. Onder andere de oorlog die Abiam met Jerobeam voerde.

8. Na zijn dood werd hij in Jeruzalem begraven en zijn zoon Asa volgde hem op.

9. Asa werd koning van Juda en zetelde in Jeruzalem. Dat gebeurde in het twintigste regeringsjaar van Jerobeam over Israël.