Het Boek

1 Johannes 3:11-24 Het Boek (HTB)

11. Want u hebt vanaf het begin gehoord dat wij elkaar moeten liefhebben.

12. Wij moeten niet zijn als Kaïn, die bij de duivel hoorde en zijn broer vermoordde. Waarom deed hij dat? Omdat Kaïn verkeerde dingen had gedaan en wist dat zijn broer eerlijk en goed leefde.

13. Het hoeft u dus niet te verbazen, broeders en zusters, als de wereld u haat.

14. Als wij van elkaar houden, blijkt daaruit dat wij van de dood naar het leven zijn overgegaan. Maar wie niet liefheeft, blijft in de dood.

15. Wie zijn broeder of zuster haat, heeft hem in zijn hart eigenlijk al vermoord. En u weet dat er in het hart van een moordenaar geen plaats is voor het eeuwige leven van God.

16. Door het voorbeeld van Christus, die voor ons gestorven is, weten wij wat echte liefde is. Daarom moeten ook wij ons leven opofferen voor onze broeders.

17. Als iemand genoeg heeft om van te leven en ziet dat zijn broeder of zuster gebrek lijdt, maar zich verhardt en hem niet helpt, hoe kan Gods liefde dan in hem blijven?

18. Vrienden, wij moeten ophouden te zéggen dat we van elkaar houden. Wij moeten echt van elkaar houden en het uit onze daden laten blijken.

19. Daaraan kunnen wij weten of de waarheid onze vader is. Dan zullen wij niet bang voor God hoeven te zijn.

20. Maar ook als ons geweten ons aanklaagt, is God toch groter dan ons geweten. Hij weet alles.

21. Als ons geweten ons niet aanklaagt, vrienden, kunnen wij vol vertrouwen naar God opkijken.

22. Wij krijgen wat wij van Hem vragen, omdat wij Hem gehoorzamen en doen wat Hij wil.

23. God vraagt van ons dat wij in zijn Zoon Jezus Christus geloven en dat wij van elkaar houden, zoals Christus ons heeft opgedragen.

24. De mensen die zich houden aan wat God heeft gezegd, blijven één met Hem en Hij blijft één met hen. Door de Geest die God ons heeft gegeven, weten wij dat Hij één met ons blijft.