BasisBijbel

Zefanja 3:2-11 BasisBijbel (BB)

2. Je wil niet naar Mij luisteren. Je wil niets doen met mijn waarschuwingen. Je vertrouwt niet op de Heer. Je gaat niet naar je God toe.

3. Je koningen lijken op brullende leeuwen. Je rechters lijken op verslindende wolven die niets overlaten tot de volgende ochtend.

4. Je profeten zeggen maar wat. Ze zijn niet trouw aan Mij. Je priesters hebben het heiligdom bedorven met hun gedrag. Ze houden zich niet aan mijn wet.

5. Ik, de rechtvaardige Heer, woon in jou, Jeruzalem. Ik doe nooit iets wat onrechtvaardig is. Elke ochtend is mijn rechtvaardigheid te zien. Maar slechte mensen schamen zich nergens voor.

6. Ik heb volken vernietigd, hun muren en torens vernield. Ik heb hun straten leeggemaakt: er is niemand meer. Hun steden zijn puinhopen, zonder mensen, zonder bewoners.

7. Ik zei [ tegen jou, Jeruzalem ]: 'Heb toch diep ontzag voor Mij! Luister naar mijn waarschuwingen! Dan zul je niet vernietigd worden door de straf waarmee Ik je ga straffen.' Maar je hebt altijd zó graag slechte dingen willen doen!

8. Reken er daarom maar op dat Ik zal opstaan om over jou recht te spreken. Ik zal je straffen door de volken tegen je te verzamelen. Zij zullen je verwoesten. Ik zal in mijn woede dit hele land vernietigen, zegt de Heer."

9. [ De Heer zegt: ] "Maar daarna zal Ik de volken andere, zuivere lippen geven. Daardoor zullen ze allemaal Mij aanbidden. Ze zullen met elkaar Mij dienen.

10. De bewoners van Jeruzalem die waren weggejaagd naar de overkant van de rivieren van Ethiopië, zullen Mij in Jeruzalem offers brengen.

11. Dan zul je je niet meer hoeven te schamen over alle dingen waarmee je Mij ongehoorzaam bent geweest[ , Jeruzalem ]. Want dan zal Ik alle mensen uit je weggehaald hebben die blij zijn over je [ straf voor je ] trots. Je zal voortaan niet meer trots zijn, daar op mijn heilige berg.