BasisBijbel

Titus 1:1-5 BasisBijbel (BB)

1. Dit is een brief van Paulus. Ik ben een dienaar van God en een boodschapper van Jezus Christus. Het is mijn taak om het geloof te brengen aan de mensen die door God zijn uitgekozen. Hen moet ik de waarheid [ van het geloof ] leren waarmee we God dienen.

2. Want door die waarheid kunnen we het eeuwige leven krijgen dat God heeft beloofd. God beloofde dat eeuwige leven al aan het begin van de tijd. En God kan niet liegen! En toen de juiste tijd gekomen was, heeft Hij dit goede nieuws bekend gemaakt.

3. En God onze Redder gaf mij de taak om dat goede nieuws aan de mensen te vertellen. Ik schrijf deze brief aan Titus, die mijn zoon is in het geloof dat wij allebei hebben.

4. Ik bid dat God de Vader in alles goed voor je zal zijn. En dat je vol zal zijn van de vrede van God de Vader en van Jezus Christus, onze Redder.

5. Ik heb je met een taak op Kreta achtergelaten. Ik wilde dat je daar een aantal dingen [ in de gemeenten daar ] nog in orde zou maken. Ook wilde ik dat je in alle steden mensen zou aanwijzen die de gemeenten kunnen leiden.