BasisBijbel

Spreuken 6:7-20 BasisBijbel (BB)

7. Want ook al hebben ze geen aanvoerder, geen leider en geen koning,

8. toch verzamelen ze in de zomer alvast hun eten [ voor de winter ].In de oogsttijd verzamelen ze voedsel.

9. Maar jij, luiwammes, hoelang blijf je nog liggen?Wanneer sta je eindelijk eens op?

10. 'Nog even slapen, nog even soezen,nog even lekker liggen met de handen achter mijn hoofd' –

11. Maar daar komt de armoede al op je af, zo snel als een hardloper.Gebrek overvalt je als een rover.

12. Mensen die alleen maar liegen en bedriegen,zijn nietsnutten en brengen alleen maar ongeluk.

13. Ze knipogen veelbetekenend,geven elkaar seintjes met hun voeten,wijzen met hun vinger.

14. Ze zitten vol oneerlijke en misdadige plannen.Ze lokken ruzies uit.

15. Daarom loopt het plotseling slecht met hen af.In één ogenblik is er niets van hen over.

16. De volgende zes dingen haat de Heer,nee, zelfs zeven vindt Hij walgelijk:

17. ogen die trots kijken, een tong die liegt,handen die onschuldige mensen doden,

18. een hart vol kwaad,voeten die zich naar een misdaad haasten,

19. mensen die liegen in een rechtszaaken mensen die ruzies uitlokken tussen vrienden.

20. Mijn zoon, luister naar de goede raad van je ouders.Doe iets met hun wijze lessen.