BasisBijbel

Spreuken 26:9-16 BasisBijbel (BB)

9. Iemand die dronken is, voelt het niet als er een doorn in zijn hand komt.Net zo weinig gevoel heeft een dwaas mens voor wijsheid.

10. Iemand die dwazen en oneerlijke mensen in dienst neemt,doet zichzelf en anderen veel schade.

11. Zoals een hond zijn braaksel weer opeet,zo doet een dwaas mens steeds dezelfde domme dingen.

12. Als je iemand ziet die zichzelf erg wijs vindt,moet je onthouden dat er voor een dwaas mens méér hoop is dan voor hem.

13. Een lui mens zegt: "[ Ik kan niet naar buiten. ] Er is een roofdier op de weg!Er loopt een leeuw op straat!"

14. Zoals een deur aldoor draait op zijn scharnieren,zo draait een lui mens zich steeds weer om in zijn bed.

15. Een lui mens houdt zijn handen in zijn zakken.Hij is nog te lui om ze eruit te halen om te eten.

16. Een lui mens vindt zichzelf wijzerdan zeven mensen die verstandige dingen zeggen.