BasisBijbel

Spreuken 26:19-22 BasisBijbel (BB)

19. Iemand die zijn vriend bedriegten daarna zegt: "Het was maar een grap!"lijkt op een dwaas die doet alsof hij kwaad isen voor de grap brandende pijlen afschiet of met stenen gooit.

20. Als er geen hout meer is, gaat het vuur uit.Als er geen roddelaar meer is, houdt de ruzie op.

21. Zoals door kolen of hout op het vuur de vlammen weer oplaaien,zo laait door een ruzieachtig mens de ruzie op.

22. Roddelpraatjes slaan wonden.Ze verwonden iemand tot in het diepst van zijn hart.