BasisBijbel

Spreuken 17:18-28 BasisBijbel (BB)

18. Het is onverstandig om borg te gaan staan voor iemand die je niet kent.Het is dom om in te staan voor de schulden van een ander.

19. Ruziezoekers houden van misdaad.Schreeuwerige opscheppers komen ten val.

20. Oneerlijke mensen worden niet gelukkig.Met bedriegers loopt het slecht af.

21. Het is treurig voor ouders als hun zoon een dwaas is.Ze zijn niet blij over hem.

22. Een vrolijk mens geneest sneller.Maar een treurig mens verdroogt van binnen.

23. Slechte mensen laten zich omkopenom ervoor te zorgen dat er niet eerlijk wordt rechtgesproken.

24. Verstandige mensen zijn altijd op zoek naar wijsheid.Maar dwaze mensen vinden álles interessant.

25. Een dwaas zoon is een verdriet voor zijn vader.Hij is een groot verdriet voor haar uit wie hij geboren is.

26. Het is verkeerd om onschuldige mensen te straffen.Het is slecht om rechtvaardige mensen te slaan.

27. Verstandige mensen houden hun mond in bedwang.Wijze mensen denken na voordat ze iets zeggen.

28. Zelfs een dwaas die zijn mond houdt, lijkt wijs.Zolang hij niets zegt, lijkt hij verstandig.