BasisBijbel

Spreuken 14:20-33 BasisBijbel (BB)

20. Arme mensen worden zelfs door hun buren gehaat.Maar rijke mensen hebben veel vrienden.

21. Als je je medemens minacht, doe je verkeerd tegen God.Maar het zal heerlijk voor je zijn als je mensen in nood helpt.

22. Met mensen die slechte dingen doen, loopt het uiteindelijk slecht af.Maar mensen die goed doen, zullen liefde en trouw krijgen.

23. Als je hard werkt, levert dat altijd iets op.Maar als je alleen mooie praatjes hebt, word je arm.

24. De rijkdom van wijze mensen is hun wijsheid.Dwaze mensen bezitten alleen maar hun dwaasheid.

25. De woorden van een betrouwbaar getuige kunnen levens redden.Maar een leugenaar zorgt voor bedrog.

26. Als je diep ontzag voor de Heer hebt, kun je gerust zijn.Gods kinderen zullen bij Hem veilig zijn.

27. Diep ontzag voor de Heer is een bron van leven.Daarmee kun je ontsnappen aan de valstrikken van de dood.

28. De koning van een groot volk is een machtig koning.Maar als hij weinig onderdanen heeft, is het met zijn macht gedaan.

29. Geduld is een teken van wijsheid.Iemand die snel kwaad wordt, laat daarmee zien dat hij een dwaas is.

30. Een vriendelijk en vergevend hart houdt je gezond.Maar jaloersheid vreet je helemaal op.

31. Als je slecht bent voor arme mensen, beledig je hun Maker.Maar als je medelijden hebt en hen helpt, eer je Hem.

32. Met slechte mensen loopt het door hun eigen slechtheid slecht af.Maar een goed mens weet dat hij veilig is, zelfs als de dood komt.

33. In het hart van verstandige mensen woont wijsheid.Maar dwaze mensen vertellen alles wat ze denken.