Spreuken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28

BasisBijbel

Spreuken 7 BasisBijbel (BB)

Waarschuwing tegen de vrouw van een ander (vervolg)

1. Mijn zoon, bewaar mijn woorden.Berg wat ik je zeg goed op in je hart.

2. Onthoud mijn lessen, dan zul je leven.Beschouw ze als het kostbaarste wat je hebt.

3. Draag ze bij je, zoals een ring aan je vinger.Schrijf ze op in je hart.

4. Houd van de wijsheid alsof ze je zus is.Laat verstandigheid je beste vriend zijn.

5. Dat zal je beschermen voor de vrouw van een ander,al heeft ze nog zulke gladde praatjes.

6. Ik stond op een keer bij het raam van mijn huis,en keek naar buiten.

7. Daar liep een aantal jongemannen.Ik zag dat één van hen een dwaas was.

8. Hij stak de straat over, naar de hoek waar een vrouw woont.Hij liep in de richting van haar huis.

9. Het was avond, bijna nacht,en het was al bijna helemaal donker.

10. De vrouw kwam naar buiten, naar hem toe.Ze had zich uitdagend gekleed, als een hoer.

11. Het is een brutale vrouw die er maar op los leeft.Ze blijft nooit thuis.

12. Altijd is ze op straat te vinden.Ze hangt rond op de pleinen.Op de straathoeken loert ze op mannen.

13. Ze kwam dus naar buiten, greep hem beet en kuste hem.Met een brutaal gezicht zei ze:

14. 'Ik wilde net een dank-offer gaan brengen.Vandaag ga ik de offers brengen die ik had beloofd.

15. Daarom ben ik je tegemoet gelopen.Ik ging je zoeken en nu heb ik je gevonden.

16. Ik heb prachtig geborduurde dekens op mijn bed gelegd,gemaakt van Egyptisch linnen.

17. Ik heb mijn bed besprenkeld met parfum.

18. Kom mee naar mijn bed, dan gaan we samen plezier maken.We kunnen tot morgenochtend van elkaar genieten.

19. Want mijn man is niet thuis.Hij is ver weg, op reis.

20. Hij heeft veel geld meegenomen,en komt pas volgende maand terug.'

21. Ze haalde hem over met haar gepraat.Met vleiende woorden praatte zij hem om.

22. Hij gaf toe en liep met haar mee,als een koe die naar de slachter gaat,als een dwaas die geboeid meeloopt om zijn straf te krijgen,

23. als een vogel die het vangnet in vliegt.Hij beseft niet dat zijn leven gevaar loopt,totdat hij dodelijk getroffen wordt door de pijl.

24. Mijn zonen, luister dus naar mij.Onthoud wat ik jullie zeg.

25. Laat je niet door zo'n vrouw verleiden.Ga niet naar haar toe.

26. Ze heeft al heel veel slachtoffers gemaakt,heel veel mannen de dood ingejaagd.

27. Haar huis is een poort naar de dood.Als je daar doorheen gaat, is er geen weg terug.