Spreuken

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28

BasisBijbel

Spreuken 21 BasisBijbel (BB)

Spreuken van Salomo (vervolg)

1. De Heer bepaalt hoe de beken stromen.Net zo leidt Hij de gedachten en plannen van de koning.

2. Iedereen vindt van zichzelf dat hij het goed doet.Maar de Heer kijkt hoe je van binnen werkelijk bent.

3. Van eerlijkheid en rechtvaardigheidgeniet de Heer meer dan van offers.

4. Trots en veel verbeelding,zelfs het ploegen van de slechte mensen,vindt God allemaal slecht.

5. Door ijver worden mensen rijk.Maar te grote haast veroorzaakt armoede.

6. Het is gevaarlijk om te proberen door bedrog rijk te worden.Eigenlijk zoek je zo de dood!

7. Het geweld van slechte mensen wordt hun dooddoordat ze weigerden rechtvaardig te zijn.

8. Leugenaars liegen en bedriegen om hun doel te bereiken.Maar wat goede mensen doen, is eerlijk en oprecht.

9. Je kan beter op een hoekje van het dak wonen,dan in een heel huis met een vrouw die altijd ruzie maakt.

10. Slechte mensen willen alleen maar kwaad doen.Ze geven helemaal niets om een ander.

11. Als slechte mensen worden gestraft, worden ze verstandig.Als wijze mensen worden gewaarschuwd, worden ze nog verstandiger.

12. Laten goede mensen letten op wat er met de slechte mensen gebeurt:God straft hen voor hun slechtheid.

13. Als je doet alsof je niets hoort wanneer een arm mens om hulp roept,zul je geen antwoord krijgen wanneer je zelf schreeuwt om hulp.

14. Met een stil geschenk kun je boosheid sussen.Met een geldbedrag kun je woede doen bedaren.

15. Rechtvaardige mensen zijn blij als er eerlijk wordt rechtgesproken.Maar voor slechte mensen is het een ramp.

16. Als je niets met wijsheid te maken wil hebben,zul je al snel tussen de doden liggen.

17. Mensen die altijd maar feesten, zullen arm worden.Mensen die alleen maar eten en drinken, worden niet rijk.

18. Slechte mensen betalen met hun leven voor wat ze onschuldige mensen hebben aangedaan.Ze krijgen zelf de straf die ze de ander toewensten.

19. Je kan beter eenzaam in de woestijn wonen,dan bij een humeurige vrouw die altijd ruzie maakt.

20. Wijze mensen hebben rijkdommen en voorraden in huis.Dwaze mensen maken al hun geld op en hebben niets.

21. Als je probeert om liefdevol en eerlijk te leven,vind je leven, rechtvaardigheid en eer.

22. Een wijs mens kan een stad vol dappere helden veroveren.Hij is sterker dan de muren waar zij op vertrouwden.

23. Als je je mond en tong in bedwang houdt,voorkom je dat je in moeilijkheden raakt.

24. Opscheppers trekken zich van niemand iets aan.Ze zijn in alles overmoedig.

25. Luie mensen sterven door alle wensen die ze hebben.Want ze weigeren te werken.

26. Sommige mensen willen altijd maar méér hebben.Maar goede mensen zijn gul en delen uit van wat ze hebben.

27. De Heer walgt van de offers van slechte mensen.Vooral als ze met die offers iets [ van Hem ] gedaan willen krijgen.

28. Een getuige die liegt tegen de rechter, zal gedood worden.Maar een getuige die luistert en eerlijk is, mag uitspreken.

29. Slechte mensen zetten een brutaal gezicht op om indruk te maken.Eerlijke mensen hebben dat niet nodig.

30. Geen mens is wijzer of verstandiger dan God.

31. Je kan je paarden wel klaarmaken voor de strijd,maar de overwinning hangt [ niet van de paarden ] af [ maar ] van de Heer.