BasisBijbel

Ruth 3:4-12 BasisBijbel (BB)

4. Als hij gaat slapen, moet je goed opletten waar hij gaat liggen. Ga dan naar hem toe en kruip bij zijn voeten onder zijn deken. Blijf daar liggen. Dan zal hij je wel zeggen wat je moet doen."

5. Ruth zei tegen haar: "Ik zal alles doen wat je zegt."

6. Ze ging naar de dorsvloer en deed wat haar schoonmoeder tegen haar gezegd had.

7. Boaz had heerlijk gegeten en gedronken. Daarna ging hij tegen een hoop graan liggen slapen. Zachtjes kwam Ruth dichterbij. Ze kroop bij zijn voeten onder zijn deken.

8. Midden in de nacht schrok de man wakker. Hij merkte dat er een vrouw bij zijn voeten lag.

9. Hij vroeg: "Wie ben je?" Ze antwoordde: "Ruth, heer. Wees mijn beschermer, want u bent familie van ons. U moet voor ons zorgen nu onze mannen niet meer leven."

10. Toen zei hij: "De Heer zal goed voor je zijn. Want hiermee laat je zien hoe trouw je bent aan Naomi. Je laat het hiermee nog meer zien dan toen je met haar meekwam hierheen. Want je bent geen jonge mannen achterna gelopen, of ze nu arm of rijk waren.

11. Wees niet bang. Ik zal doen wat je vraagt. Want iedereen hier weet dat je een flinke en keurige vrouw bent.

12. Het is waar dat ik familie van jullie ben en dat ik voor jullie moet zorgen nu jullie mannen niet meer leven. Maar er is iemand anders, die een nabijer familielid van je schoonvader is dan ik. Nog meer dan ik, is hij verplicht voor jullie te zorgen.