BasisBijbel

Romeinen 8:15-28 BasisBijbel (BB)

15. Want jullie hebben geen geest gekregen die bange slaven van jullie maakt. Maar jullie hebben Gods Geest gekregen. Hij maakt jullie tot kinderen van God. Door Gods Geest noemen we Hem [ vol vertrouwen ]: "Lieve Vader!"

16. Gods Geest die in ons is, laat onze eigen geest weten dat we kinderen van God zijn.

17. En omdat we Gods kinderen zijn, erven we ook. We erven hetzelfde van God als Jezus Christus. Net als Jezus moeten we veel lijden. Daarom geeft God ons ook dezelfde heerlijke hemelse dingen als Hij Jezus gegeven heeft.

18. En ik weet zeker dat de heerlijke dingen die God ons geeft, alles goedmaken wat we nu moeten lijden.

19. De hele aarde wacht vol spanning op het moment dat duidelijk zal worden wie de kinderen van God zijn.

20. Want de aarde is veroordeeld tot een zinloos bestaan. Een bestaan dat wordt beheerst door dood en bederf. Dat wilde de aarde niet zelf, maar dat heeft God zo bepaald.

21. Maar het is zeker dat de aarde zal worden bevrijd van dat zinloze bestaan waarin alles in dood eindigt. De aarde zal dezelfde hemelse vrijheid krijgen als de kinderen van God.

22. We weten dat de hele aarde op dit moment zucht en kreunt van pijn, totdat het zover is.

23. En niet alleen de aarde, maar ook wijzelf. Het is wel zo dat we Gods Geest alvast gekregen hebben, als voorproef van de hemelse dingen die we nog gaan krijgen. Maar toch zuchten en kreunen we nu van pijn, terwijl we wachten op het moment dat God ons totaal zal bevrijden. Dan zal Hij ons voorgoed tot zijn kinderen maken. Dat zal zijn op het moment dat we bevrijd zullen worden van ons sterfelijke lichaam.

24. En daar kijken we vol verwachting naar uit. Dat doen we al vanaf de dag dat we werden gered! Als iets er al is, hoef je er niet meer naar uit te kijken. Het is er immers al.

25. Maar wij kijken uit naar iets wat er nog níet is. En we zijn er zeker van dat het komt. Daarom wachten we er vol vertrouwen geduldig op.

26. En omdat we maar zwakke mensen zijn, helpt Gods Geest ons. Want we weten zelf niet goed wat en hoe we moeten bidden. Maar de Geest bidt Zelf voor ons met zuchten die niet in woorden zijn uit te spreken.

27. En God, die weet wat er in het diepst van ons hart is, weet wat de Geest wil. Want wat de Geest voor de gelovigen bidt, is volgens de wil van God.

28. We weten dat God alles ten goede zal gebruiken voor de mensen die van Hem houden en die Hij volgens zijn plan geroepen heeft [ om bij Hem te horen ].