BasisBijbel

Romeinen 7:8-17 BasisBijbel (BB)

8. [ De wet is dus niet verkeerd. ] Maar het kwaad gebruikte de wet om macht over mij te krijgen: ik werd opgestookt tot allerlei verkeerde dingen. Maar zonder de wet heeft het kwaad geen enkele macht.

9. Vroeger [ toen ik klein was, ] leefde ik zonder de wet te kennen. Maar toen ik [ volwassen werd en ] de wet leerde kennen, begon het kwaad in mij te leven. Dat veroorzaakte mijn dood.

10. De wet die mij leven had moeten brengen, werd juist mijn dood.

11. Want door de wet kreeg het kwaad macht over mij. Het kwaad gebruikte de wet [ als wapen ] om mij verkeerde dingen te laten doen. Zo werd ik schuldig en verdiende ik de dood.

12. Maar de wet op zichzelf is heilig. En wat de wet van ons vraagt, is heilig en rechtvaardig en goed.

13. Heeft iets goeds mij dan gedood? Nee, helemaal niet! Maar het kwaad heeft iets goeds gebruikt [ (namelijk de wet) ] om mij te doden. Dat laat wel heel duidelijk zien hoe slecht het kwaad is.

14. We weten dat de wet [ van Mozes ] een geestelijke wet is. Maar ík ben van vlees en bloed en een slaaf van het kwaad.

15. En ik begrijp zelf niet wat ik aan het doen ben. Want ik doe niet wat ik zou wíllen doen. Maar ik doe juist dat wat ik níet wil doen omdat het slecht is.

16. Als ik dus doe wat ik níet wil doen, geef ik toe dat de wet gelijk heeft en goed is.

17. Maar dan ben ik het dus niet zelf, die verkeerde dingen doe. Maar het kwaad in mij doet dat.