BasisBijbel

Romeinen 3:14-22 BasisBijbel (BB)

14. Ze vloeken en ze schelden.

15. Ze staan altijd klaar om iemand te vermoorden.

16. Overal laten ze een spoor van verwoesting en ellende achter.

17. Ze weten niet hoe ze in vrede kunnen leven.

18. Ze hebben geen enkel ontzag voor God."

19. Nu is het logisch dat de wet [ van Mozes ] spreekt tegen díe mensen voor wie de wet geschreven is[ , namelijk de Joden ]. Zo kan dus niemand beweren dat hij geen schuld heeft. Iedereen zal aan God moeten toegeven dat hij schuldig is en straf verdient.

20. Want niemand kan, door zich precies aan de wet te houden, door God vrijgesproken worden van schuld. De wet zorgt er namelijk niet voor dat mensen gaan leven zoals God het wil. De wet laat hun alleen zien dat ze níet leven zoals God het wil.

21. Nu heeft God een manier gegeven om de mensen vrij te spreken van hun schuld. Maar buiten de wet om. In de wet [ van Mozes ] en in de boeken van de profeten wordt daar al over gesproken.

22. Iedereen kan nu vrijgesproken worden, door te geloven in Jezus Christus. Het maakt voor God niet uit wie of wat je bent.