BasisBijbel

Romeinen 10:1-11 BasisBijbel (BB)

1. Broeders en zusters, met mijn hele hart bid ik tot God dat Israël zal worden gered. Want daar verlang ik met mijn hele hart naar.

2. Want ik weet dat ze erg hun best doen om God te dienen. Maar ze doen dat op de verkeerde manier.

3. Want ze begrijpen niet op welke manier God hen wil vrijspreken van schuld. Ze proberen het op hun eigen manier: door de dingen die ze doen. Daardoor zijn ze niet gehoorzaam aan God.

4. Want Gods manier is: Jezus. Jezus is het einddoel van de wet [ van Mozes ]. Iedereen die in Hem gelooft, wordt vrijgesproken van schuld.

5. Mozes schrijft hoe je door de wet vrij kan worden van schuld: "Als je je helemaal aan de wet houdt, zul je leven."

6. Maar het geloof spreekt op een heel andere manier vrij van schuld. Je hoeft er niet ver naar te zoeken. Je hoeft niet naar de hemel te klimmen om Christus op te halen.

7. Je hoeft niet naar het dodenrijk af te dalen om Christus vandaar te laten komen.

8. Nee, je wordt vrijgesproken door het woord dat vlak bij je is. Namelijk in je mond en in je hart. Dat is namelijk het woord van geloof dat we aan de mensen vertellen.

9. Want als je met je mond hardop zegt dat Jezus de Heer is, en met je hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft teruggeroepen en levend heeft gemaakt, ben je gered.

10. Door dit met je hart te geloven, word je vrijgesproken van schuld. En door het met je mond hardop te zeggen, word je gered.

11. Want in de Boeken staat: "Iedereen die op Hem vertrouwt, zal niet [ in Hem ] teleurgesteld worden."