BasisBijbel

Romeinen 9:16-26 BasisBijbel (BB)

16. Of God iemand ergens voor uitkiest, heeft dus niet te maken met of die persoon dat wil, of met hoe die persoon leeft. Maar het is gewoon Gods keus dat Hij goed voor hem wil zijn.

17. De Boeken zeggen [ bijvoorbeeld ] over de Farao: "Ik heb u koning gemaakt, om door u aan de hele wereld te laten zien hoe machtig Ik ben."

18. God is dus goed voor wie Hij wil en Hij maakt koppig wie Hij wil.

19. Nu zullen jullie zeker tegen mij zeggen: "Hoe kan God het mij dan kwalijk nemen als ik Hem niet gehoorzaam? Een mens kan toch niet tegen Gods wil ingaan?"

20. Maar dan zeg ik: wie denk jij dat je bent, dat je God ongehoorzaam dúrft te zijn [ zoals de Farao ]? Zal het voorwerp dat door de pottenbakker van de klei is gemaakt soms tegen de pottenbakker zeggen: "Waarom heb je me zó gemaakt?"

21. De pottenbakker mag toch zelf beslissen wat hij van de klei maakt? Hij mag toch uit één klomp klei iets heel bijzonders én iets heel gewoons maken?

22. [ Zo is het ook met God. ] Hij wil laten zien hoe machtig Hij is en dat Hij straft. Daarom zal Hij de mensen die Hij dáárvoor heeft gemaakt, eerst met veel geduld verdragen.

23. En Hij laat zien hoe geweldig goed Hij is aan de mensen die Hij dáárvoor heeft gemaakt en voor wie Hij goed wil zijn.

24. En dat zijn wij. Hij heeft die mensen niet alleen geroepen uit de Joden, maar ook uit de andere volken.

25. Dat zegt Hij ook door [ de profeet ] Hosea: "Ik zal een volk dat mijn volk niet was, 'mijn volk' gaan noemen. En tegen een volk waarvan Ik niet hield, zal Ik 'mijn liefste' zeggen.

26. En waar gezegd is: 'Jullie zijn mijn volk niet', zullen de mensen 'kinderen van de levende God' worden genoemd."