BasisBijbel

Richters 9:33-47 BasisBijbel (BB)

33. Val dan 's morgens zodra de zon opkomt de stad aan. Als Gaäl met zijn mannen naar buiten komt, kunt u met hen afrekenen."

34. Dus trok Abimelech 's nachts met zijn leger naar Sichem. Hij verdeelde de mannen in vier groepen, die in een hinderlaag gingen liggen.

35. Toen Gaäl naar buiten kwam en in de stadspoort stond, zag hij juist Abimelech met zijn leger uit de hinderlaag tevoorschijn komen.

36. Hij zei tegen Zebul: "Kijk, er komen mensen van de bergen naar beneden!" Maar Zebul antwoordde: "Nee, je ziet de schaduwen op de bergen voor mensen aan."

37. Maar Gaäl zei: "Nee, kijk dan! Er komen mannen van die bergrug af. En er komt ook een groep langs de eik 'Meonenim.' "

38. Toen zei Zebul tegen hem: "Waar is nu die grote mond van jou? Jij zei toch: 'Waarom zou eigenlijk die Abimelech onze koning zijn?' Dat daar zijn die mensen die jij niet de moeite waard vond. Kom op en strijd tegen hen!"

39. Gaäl trok met de bewoners van Sichem de stad uit, om tegen Abimelech te strijden.

40. Maar hij moest voor Abimelech de stad in vluchten. Hij werd door hem achtervolgd en heel veel mannen werden gedood, tot vlak voor de stadspoort.

41. Abimelech ging terug naar Aruma. Zebul joeg Gaäl en zijn broers de stad uit.

42. De volgende dag trokken de mannen van Sichem het veld weer in.

43. Toen Abimelech dat hoorde, verdeelde hij zijn leger in drie groepen. Elke groep moest zich in het veld verbergen. Toen de mannen de stad uitkwamen, kwam hij tevoorschijn en viel hen aan.

44. Abimelech rukte met zijn groep snel op en veroverde de stadspoort. De twee andere groepen doodden iedereen in het veld.

45. Die hele dag streed Abimelech tegen de stad. Hij veroverde de stad en doodde alle bewoners. Daarna brak hij de hele stad af en strooide er zout over.

46. Toen de bewoners van Sichem-Toren dit hoorden, vluchtten ze de tempel van Baäl-Berit in.

47. Abimelech kreeg het bericht dat alle bewoners van Sichem-Toren zich daar verborgen hadden.