BasisBijbel

Richters 5:17-29 BasisBijbel (BB)

17. De stammen in Gilead bleven aan hun kant van de Jordaan.En mannen van Dan, waarom bleven jullie bij de schepen?De stam van Aser bleef bij de zee,bleef rustig wonen bij zijn havens.

18. Maar de stam van Zebulon waagde zijn leven,net als de stam van Naftali uit het bergland.

19. Daar kwamen de koningen van Kanaän.Ze streden [ met ons ] bij Taänach aan de beek van Megiddo.Maar ze veroverden nog niet één zilverstuk!

20. Want de sterren aan de hemel streden tegen hen.Vanuit hun banen aan de hemel streden ze tegen Sisera.

21. De beek Kison sleurde hen mee.De oer-oude beek, de beek Kison, sleurde de vijand mee.Vertrap de helden!

22. De dappere ruiters vluchtten zo snel ze konden.De grond dreunde van het gestamp van paardenhoeven.

23. 'Vervloek de stad Meroz,' zegt de Engel van de Heer,'vervloek de bewoners,omdat ze de Heer niet zijn komen helpen,omdat ze de Heer niet als dappere helden te hulp zijn gekomen.

24. Maar de vrouw van Heber, Jaël, verdient het om te worden geprezen.Haar zal Ik meer zegenen dan alle andere vrouwen die in tenten wonen.'

25. Toen Sisera om water vroeg, gaf ze hem melk.Ze gaf hem heerlijke room in een kostbare schaal.

26. Toen pakte ze met haar ene hand een tentpin.Met haar andere hand de zware hamer.Met een zware slag hamerde ze de pin door Sisera's hoofd.Ze sloeg de tentpin dwars door zijn schedel.

27. Hij kromp in elkaar tussen haar voeten, viel, en bleef liggen.Tussen haar voeten kromp hij in elkaar.Hij viel neer en bleef dood liggen.

28. De moeder van Sisera stond op de uitkijk bij het raam.Ze riep naar buiten:'Waarom hoor ik nog steeds zijn strijdwagen niet aankomen?Waarom duurt het zo lang voordat Sisera terugkomt?'

29. Eén van de vrouwen geeft een verstandig antwoordop de vraag van de moeder van Sisera.