BasisBijbel

Richters 5:1-8 BasisBijbel (BB)

1. Die dag zongen Debora en Barak dit lied:

2. "Prijs de Heer dat Hij is opgekomen voor Israël,dat Hij wraak heeft genomen op de vijand.Het volk kwam zich vrijwillig melden voor de strijd.

3. Luister, koningen! Vorsten, zet je oren wijd open!Ik ga voor de Heer een lied zingen,een lied voor de Heer, de God van Israël.

4. Heer, toen U uit Seïr kwam,toen U door de velden van Edom liep,beefde de aarde en droop de regen uit de hemel.De regen stroomde uit de wolken neer.

5. De bergen schudden door uw aanwezigheid.Zelfs de berg Sinaï beefde voor U, de God van Israël.

6. In de tijd van Samgar, de zoon van Anat,en in de tijd van Jaël, was er niemand op de wegen.En als iemand toch op reis moest,ging hij langs de kleine weggetjes.

7. De dorpen in Israël lagen er verlaten bij,totdat ik, Debora, opstond als een moeder voor Israël.

8. De mensen hadden nieuwe goden gekozen.Daardoor was er geen vrede meer in het land.Er waren wel 40.000 mannen in Israël,maar niemand had een schild of een speer![ We waren machteloos tegen de vijand! ]