BasisBijbel

Richters 20:8-22 BasisBijbel (BB)

8. Ze stonden als één man op en zeiden: "Niemand van ons zal naar huis terug gaan.

9. Dit is wat we gaan doen: we vallen Gibea aan. We zullen loten wie er precies zullen gaan.

10. Van elke 100 mannen van elke stam moeten er tien eten gaan halen voor het leger. Van 1000 mannen zorgen er dus 100 voor eten en van elke 10.000 zorgen er dus 1000 voor eten. Zo kunnen we naar Gibea gaan om de stad te straffen voor deze vreselijke misdaad."

11. Zo verzamelden alle mannen van Israël zich als één man tegen de stad.

12. Ze stuurden door het hele gebied van de stam van Benjamin de boodschap rond: "Een aantal mannen van jullie stam heeft iets verschrikkelijks gedaan.

13. Geef ons die schurken uit Gibea. Dan zullen we hen doden en zo het kwaad uit Israël wegdoen." Maar ze wilden niet naar hen luisteren.

14. In plaats daarvan verzamelde de hele stam van Benjamin zich in Gibea om tegen de Israëlieten te strijden.

15. Uit Gibea zelf kwamen 700 mannen. Uit de andere steden verzamelde zich een leger van 26.000 mannen.

16. Van het hele leger van Benjamin waren 700 mannen linkshandig. Dat waren allemaal heel goede slingeraars. Ze misten nooit hun doel.

17. Het hele leger van Israël (zonder de stam van Benjamin) bestond uit 400.000 mannen. Dat waren allemaal ervaren zwaardvechters.

18. Ze gingen naar Bet-El. Daar vroegen ze aan God: "Wie van ons moet voorop gaan in de strijd tegen de stam van Benjamin?" De Heer antwoordde: "De stam van Juda gaat voorop."

19. In de ochtend trokken de Israëlieten met hun leger naar Gibea en stelden daar hun leger op.

20. Toen vielen ze de stam van Benjamin aan.

21. Maar het leger van de stam van Benjamin viel hen vanuit Gibea aan en doodde die dag 22.000 Israëlieten.

22. Maar de mannen van Israël verloren de moed niet. Ze verzamelden hun leger opnieuw, op dezelfde plaats als de vorige dag.