BasisBijbel

Richters 20:1-12 BasisBijbel (BB)

1. Toen gingen alle Israëlieten naar de Heer in Mizpa: van Dan [ in het noorden ] tot Berseba [ in het zuiden ] en zelfs uit Gilead [ aan de oostkant van de Jordaan ].

2. Alle mannen van de twaalf stammen van het volk van God waren gekomen. In totaal was er een leger van 400.000 mannen verzameld.

3. De stam van Benjamin hoorde dat de Israëlieten naar Mizpa waren getrokken. De Israëlieten vroegen aan de man: "Vertel ons precies wat er is gebeurd."

4. De man van de vermoorde vrouw antwoordde: "Ik kwam met mijn bijvrouw in Gibea, in het gebied van de stam van Benjamin. Ik wilde er overnachten.

5. 's Nachts omsingelden de bewoners van Gibea het huis. Ze wilden mij vermoorden. En mijn bijvrouw hebben ze zó mishandeld, dat ze stierf.

6. Toen heb ik haar lichaam in stukken gesneden. Die stukken heb ik naar alle stammen van Israël gestuurd. Want de mannen van de stam van Benjamin hebben iets verschrikkelijks gedaan in Israël.

7. Nu zijn jullie allemaal hier, Israëlieten. Geef nu jullie mening. Wat gaan we doen?"

8. Ze stonden als één man op en zeiden: "Niemand van ons zal naar huis terug gaan.

9. Dit is wat we gaan doen: we vallen Gibea aan. We zullen loten wie er precies zullen gaan.

10. Van elke 100 mannen van elke stam moeten er tien eten gaan halen voor het leger. Van 1000 mannen zorgen er dus 100 voor eten en van elke 10.000 zorgen er dus 1000 voor eten. Zo kunnen we naar Gibea gaan om de stad te straffen voor deze vreselijke misdaad."

11. Zo verzamelden alle mannen van Israël zich als één man tegen de stad.

12. Ze stuurden door het hele gebied van de stam van Benjamin de boodschap rond: "Een aantal mannen van jullie stam heeft iets verschrikkelijks gedaan.