BasisBijbel

Richters 18:10-27 BasisBijbel (BB)

10. Want de mensen daar leven onbezorgd en verwachten helemaal geen gevaar. Als we daar gaan wonen, zullen we meer dan genoeg ruimte hebben en aan niets tekort hebben. God zal het ons geven."

11. Toen vertrokken er 600 gewapende mannen uit Zora en Estaol.

12. Ze gingen naar Kirjat-Jearim in Juda en zetten daar in de buurt hun tentenkamp op. Daarom wordt die plek nog steeds Machane-Dan [ (= 'kamp van Dan') ] genoemd.

13. Vandaar trokken ze naar de bergen van Efraïm. Ze kwamen bij het huis van Micha.

14. Toen zeiden de vijf verkenners tegen hun stamgenoten: "Weten jullie dat er in één van deze huizen een priesterborsttas is waarmee je God om raad kan vragen, en een aantal godenbeeldjes? Eén beeld is helemaal bedekt met zilver! Nou, dan weten jullie wel wat we moeten doen!"

15. Ze gingen naar het huis van Micha, waar ook de Levitische jongeman woonde. Een aantal van hen hield de Leviet aan de praat.

16. De 600 gewapende mannen uit Dan bleven bij de poort staan.

17. Maar de vijf verkenners slopen naar binnen. Ze namen het zilveren beeld, de borsttas en de godenbeeldjes mee. De priester stond nog bij de poort, bij de gewapende mannen.

18. Maar toen hij zag dat de andere mannen het huis van Micha binnengingen en de priesterborsttas, de godenbeeldjes en het zilveren beeld meenamen, riep hij tegen hen: "Hé, wat doen jullie daar?"

19. Maar ze zeiden tegen hem: "Stil, houd je mond en kom met ons mee. Dan mag je ónze raadgever en priester worden. Wat is nou beter: priester zijn voor het huis van één man, of voor een hele stam van Israël?"

20. Toen werd de priester blij. Hij nam de borsttas, de godenbeeldjes en het zilveren beeld en ging met hen mee.

21. Zo vertrokken ze. Ze lieten hun vrouwen en kleine kinderen voorop gaan met al hun vee en alles wat ze bezaten.

22. Pas toen ze al een heel eind verder waren, riep Micha de mannen uit het dorp bij elkaar en ging hen achterna. Ze haalden hen in.

23. De mannen van Dan hoorden hen achter zich roepen. Ze draaiden zich om en vroegen Micha: "Wat is er? Wat komen jullie doen?"

24. Micha riep: "Jullie hebben de goden meegenomen die ik heb gemaakt, en ook mijn priester. Ik heb niets meer! En dan vragen jullie 'Wat is er?' "

25. Toen zeiden de mannen van Dan tegen hem: "Je kan maar beter je mond houden. Want als je ons kwaad maakt, doden we jou en je hele familie."

26. Toen vertrok de stam van Dan. En omdat Micha zag dat ze sterker waren dan hij, ging hij naar huis terug.

27. Zo namen ze de godenbeelden van Micha mee en ook zijn priester. Ze kwamen bij Laïs. Ze overvielen de bewoners, die helemaal geen aanval verwachtten. Ze doodden iedereen en staken de stad in brand.