BasisBijbel

Richters 14:8-14 BasisBijbel (BB)

8. Na een poosje ging hij opnieuw [ met zijn ouders ] naar Timnat, om met het meisje te trouwen. Hij ging even van de weg af om naar de dode leeuw te gaan kijken. Hij zag dat er een bijennest met honing in het geraamte van de leeuw zat.

9. Hij haalde met zijn handen de honing er uit en liep al etend verder. Toen hij weer bij zijn ouders kwam, gaf hij hun er ook van. Maar hij vertelde niet waar hij de honing had gevonden.

10. Daarna ging hij met zijn vader naar het meisje en gaf daar een feest. Want dat was daar de gewoonte van jongemannen die gingen trouwen.

11. De familie koos 30 mannen van zijn leeftijd uit om mee feest te vieren.

12. Simson zei tegen hen: "Ik zal jullie een raadsel opgeven. Als jullie mij binnen de zeven dagen van het feest het goede antwoord komen brengen, zal ik jullie 30 onderkleren en 30 bovenkleren geven.

13. Maar als jullie mij niet het goede antwoord kunnen geven, moeten jullie mij 30 onderkleren en 30 bovenkleren geven." Ze antwoordden: "Goed, laat je raadsel maar horen."

14. Toen zei hij tegen hen: "Uit de eter kwam eten. Uit de sterke kwam zoetigheid." Na drie dagen wisten ze nog steeds de oplossing van het raadsel niet.