BasisBijbel

Richters 13:16-25 BasisBijbel (BB)

16. Manoa wist immers niet dat het de Engel van de Heer was. Maar de Engel antwoordde: "Ik wil nog wel even blijven, maar ik zal niet van je maaltijd eten. Maar als je toch iets wil klaarmaken, offer het dan als brand-offer aan de Heer."

17. Toen vroeg Manoa hem: "Hoe heet u? Als gebeurt wat u heeft gezegd, willen we u kunnen bedanken."

18. Maar de Engel van de Heer zei tegen hem: "Waarom wil je weten wat mijn naam is? Want mijn naam is wonderlijk."

19. Toen nam Manoa een geitje en een brood en offerde die op een rots aan de Heer. Toen deed de Engel iets wonderlijks:

20. in de vlammen van het altaar steeg de Engel van de Heer op naar de hemel. Toen Manoa en zijn vrouw dat zagen, lieten ze zich op de grond vallen.

21. Daarna zagen ze de Engel van de Heer niet meer. Toen begreep Manoa dat het de Engel van de Heer geweest was.

22. Hij zei tegen zijn vrouw: "We zullen sterven, want we hebben God gezien!"

23. Maar zijn vrouw zei tegen hem: "Als de Heer ons had willen doden, zou Hij niet eerst ons offer hebben aangenomen. En Hij zou ons ook niet zulke dingen hebben beloofd en dit allemaal niet hebben gedaan."

24. De vrouw kreeg een zoon en ze noemden hem Simson. De jongen groeide op en de Heer was goed voor hem.

25. En de Geest van de Heer begon hem te leiden, in het gebied van Machane-Dan , tussen Zora en Estaol.