BasisBijbel

Richters 11:1-6 BasisBijbel (BB)

1. Nu was er in Gilead een dappere man, Jefta. Hij was een zoon van Gilead. Maar zijn moeder was een hoer.

2. Ook de vrouw van Gilead had zonen gekregen. Toen de zonen van Gileads vrouw volwassen waren, joegen ze Jefta weg en zeiden tegen hem: "Jij hebt hier niets te maken, want je bent geen echte zoon van onze vader. Jij bent maar de zoon van een hoer."

3. Jefta vluchtte voor zijn broers naar het land Tob. Daar ging hij wonen. Hij verzamelde er een bende van gewetenloze mannen waarmee hij rooftochten hield.

4. Na een poos vielen de Ammonieten Israël aan.

5. Toen gingen de leiders van Gilead Jefta ophalen uit Tob.

6. Ze zeiden tegen hem: "We willen graag dat jij onze aanvoerder bent in de strijd tegen de Ammonieten."